Zicht inzichtelijk gemaakt

Verschillende meetresultaten bij de oogmeting – hoe kan dat?

Of: Wat is het beste moment voor een oogmeting?

16 oktober 2021

Vaak wordt ons gevraagd hoe het kan dat meetresultaten bij de oogmeting verschillend kunnen zijn, zelfs wanneer er twee onderzoeken kort achter elkaar uitgevoerd worden. Verschillende factoren kunnen ertoe bijdragen dat de subjectieve refractie anders uitvalt. Wij kunnen u precies vertellen welke factoren dat zijn en wat u zelf kunt doen om een optimaal resultaat te behalen.

  • Verschillende meetresultaten bij de oogmeting – hoe kan dat?

De staat van uw ogen

Sommige mensen vinden het niet prettig, maar het is absoluut noodzakelijk om uw ogen regelmatig te laten onderzoeken. Maar waarom wijken resultaten van de metingen die uw opticien, op twee verschillende momenten uitvoert, vaak af? Zelfs wanneer de tweede meting vrij snel na de eerste plaatsvindt? Wiens schuld is dat? Die van u, van uw opticien of kan uw gezichtsvermogen echt veranderen in zo'n korte tijd? Dit is geen onbekend fenomeen. Afwijkende resultaten kunnen verschillende oorzaken hebben. Gewoonlijk gaat het om een afwijking van slechts ca. 0,25 dioptrieën. Uw opticien is zich goed bewust van deze schommelingen en weet hoe hij/zij hiermee om moet gaan.

Gedurende de dag variëren de visuele prestaties van uw ogen een beetje. Een van de factoren die dit beïnvloedt is ons bioritme. Mensen zijn niet heel de dag in dezelfde fysieke conditie, hetgeen dan ook wordt weerspiegeld in de manier waarop onze ogen presteren. Hormoon- en suikerspiegels in ons bloed spelen eveneens een belangrijke rol bij het bepalen van de kwaliteit van ons gezichtsvermogen. Zo kan bijvoorbeeld een oogmeting vóór het ontbijt of wanneer u niet voldoende gedronken heeft het resultaat beïnvloeden. 

Of misschien heeft u de hele dag achter de computer gewerkt voordat u naar de opticien ging. Dat heeft als gevolg dat u minder knippert en uw ogen minder traanvocht afscheiden. Dit kan leiden tot droge en vermoeide ogen, hetgeen het resultaat van de oogmeting eveneens beïnvloedt.

Onze tips:

  • Ga zo uitgerust en ontspannen mogelijk naar de oogmeting.
  • Ga niet met een lege maag of wanneer u dorst hebt.
  • Houd rekening met uw eigen bioritme en maak een afspraak met uw optometrist op een tijdstip waarop u zich fit en uitgerust voelt.

De omstandigheden tijdens de oogmeting

De omstandigheden waarin de oogmeting uitgevoerd wordt, heeft natuurlijk ook invloed op het resultaat. Het hoeft niet uitgelegd te worden dat een oogmeting die snel en oppervlakkig uitgevoerd wordt, niet hetzelfde resultaat zal opleveren als een oogmeting waarbij zowel u als uw opticien de nodige tijd nemen voor uiterste nauwkeurigheid. Dit staat bekend als een subjectieve oogmeting. Hierbij is het erg belangrijk dat u met de opticien samenwerkt en communiceert. Het zijn vaak de kleine dingen die de visuele kwaliteit van uw nieuwe bril bepalen. Bovendien kunnen de kwaliteit van de meetapparatuur, het vakmanschap en de ervaring van de opticien het resultaat in hoge mate beïnvloeden.

Het is misschien verrassend om te horen dat zelfs de omgeving waarin de oogmeting wordt uitgevoerd invloed op het resultaat kan hebben. Om ervoor te zorgen dat de omstandigheden constant blijven zou er geen daglicht in de onderzoeksruimte mogen vallen, zodat direct of indirect zonlicht het resultaat niet kan beïnvloeden. De grootte van uw pupillen speelt ook een belangrijke rol. Dat is iets waarvan hobbyfotografen zich heel goed bewust zijn: een andere diafragma-opening bij de camera verandert de scherpte en helderheid van de foto. Veel mensen zien anders met een kleine pupil in lichte omstandigheden dan met een verwijde pupil in het donker. Wanneer bijvoorbeeld de visuele prestatie 's nachts en bij slechte verlichting gemeten moet worden, dan moet de oogmeting in een gedimde omgeving uitgevoerd worden.

Onze tips:

  • Maak altijd een afspraak met uw optometrist voor een oogmeting. Loop niet binnen en verwacht dat er direct een oogmeting uitgevoerd wordt. Zowel u als uw opticien moeten voldoende tijd hebben voor een grondig en gedetailleerd onderzoek. ZEISS rekent ongeveer een uur voor de complete analyse van het gezichtsvermogen inclusief het consult.
  • U moet vertrouwen hebben in uw opticien en het gevoel hebben dat hij/zij de juiste persoon voor het consult is om beter zicht te garanderen.
  • Let erop waar het onderzoek uitgevoerd wordt. Valt er daglicht in de ruimte?

Invloeden die tot verkeerde resultaten kunnen leiden:

  1. Contactlensdragers moeten 24 uur voor de oogmeting hun bril in plaats van hun contactlenzen dragen. Contactlenzen beïnvloeden de geometrie van het hoornvlies, en dus ook de visuele prestatie tijdens de oogmeting.
  2. Schommelingen in visuele prestaties zijn vaak het gevolg van medicijnen, zo kan bijv. de productie van traanvocht verminderen. Uw ogen worden droog en kunnen vermoeid raken.
  3. Het is tevens bekend dat diabetes tot schommelingen in visuele prestaties kan leiden in de loop van de dag. Diabetici wordt aangeraden om hun ogen op verschillende tijdstippen van de dag te laten testen en indien nodig een oogarts te raadplegen.  

Onze tips:

  • Wanneer uw opticien er niet zelf naar vraagt, informeer hem/haar dan zelf over medicijnen die u momenteel gebruikt of over een chronische aandoening zoals diabetes.
  • Neem bij de oogmeting uw huidige bril, contactlenzen en, als u dit heeft, uw pasje met daarop uw brilgegevens mee.
  • Wanneer dit uw eerste bezoek aan een opticien is, vertel hem/haar dan wat u in het verleden goed en vooral niet zo goed vond aan uw bril. Hoe meer u de opticien vertelt, des te beter zal uw uiteindelijke bril zijn.

Objectieve refractie

U zult zich zeker afvragen of de traditionele oogmeting, subjectieve refractie, nog wel nodig is als dit tot onnauwkeurigheden leidt. Het antwoord is ja. De opticien moet uw persoonlijke reactie op de verschillende brillenglazen die hij/zij voor uw ogen plaatst kunnen controleren. En net zo belangrijk, subjectieve refractie test ook de interactie van uw ogen en hoe u met uw nieuwe bril zult kunnen zien.

Er zijn oogheelkundige instrumenten zoals de ZEISS i.Profiler plus die ingezet kunnen worden om eerst een objectieve refractie uit te voeren. Dit instrument maakt gebruik van golffronttechnologie voor het analyseren van het zichtprofiel van ieder oog op basis van 1.500 meetpunten, en maakt als het ware een "kaart" van het netvlies van beide ogen. Er is geen actieve medewerking van de patiënt nodig. Het enige wat hij/zij hoeft te doen is even in de i.Profiler®plus kijken. Dit is een voorbereidende meting. De resultaten ervan worden daarna door de opticien verfijnd in het daarop volgende subjectieve refractieonderzoek.

En dat is niet alles: omdat de ZEISS i.Profile plus de visuele prestatie met een kleine pupil (in fel licht) en een verwijde pupil (bij slecht licht of 's nachts) meet, is het mogelijk te bepalen of het nachtzicht van de patiënt slechter is dan zijn/haar zicht overdag. De opticien kan deze informatie gebruiken om de juiste optimalisaties in de brillenglazen te verwerken. Een groot voordeel van deze procedure is dat de oogmeting minder tijd vergt.


Deel dit artikel